Translations of the John Snow Memorandum are intended to help international readers. While every effort has been made to ensure accuracy, if there are any differences in the texts, the original version in English is definitive and was the version published in the Lancet and signed by the original authors and signatories. We'd like to thank our volunteer translators for their hard work in helping make the John Snow Memorandum accesible in as many languages as possible.
HET JOHN SNOW MEMORANDUM
Het Severe Acute Respiratory Syndrome Coronavirus 2 (SARS-CoV-2) heeft wereldwijd meer dan 35 miljoen mensen geïnfecteerd, en tot op heden (12 oktober 2020), zijn er meer dan een miljoen sterfgevallen geregistreerd door de Wereldgezondheidsorganisatie. Nu een tweede golf Europa treft, en met de winter in aantocht, hebben we behoefte aan duidelijke communicatie over de risico’s van COVID-19, en aan effectieve strategieën om deze te bestrijden. In deze memo delen we onze visie op de huidige, op wetenschappelijk bewijs gebaseerde, consensus over COVID-19.
Bij nauw contact verspreidt SARS-CoV-2 zich via grotere druppels en aerosolen. Over grotere afstand verspreidt het zich via aerosolen, vooral in omstandigheden waar de ventilatie gebrekkig is. De hoge besmettelijkheid van dit virus(1), in combinatie met de gevoeligheid ervoor van populaties die er nog niet eerder aan zijn blootgesteld, vergemakkelijken een snelle verspreiding binnen de gemeenschap. De sterftekans (IFR) bij SARS-CoV-2 infectie is vele malen groter dan die van de seizoensgriep(2). Infectie kan bovendien leiden tot langdurige gezondheidsproblemen, ook bij jonge mensen, die voorheen gezond waren (ook wel ‘long COVID’(3) genoemd).
Het is onduidelijk hoe lang beschermende immuniteit na infectie aanhoudt(4) en net als bij andere seizoensgebonden coronavirussen blijkt SARS-CoV-2 in staat om mensen die de ziekte eerder hebben gehad opnieuw te besmetten, maar hoe vaak dit voorkomt is onbekend(5). De overdracht van het virus kan worden beperkt met behulp van maatregelen als afstand houden, het gebruik van mond-neusmaskers, hand- en hoesthygiëne, het vermijden van mensenmassa's en slecht geventileerde ruimten. Snel testen, gecombineerd met het traceren van contacten en isolatie, zijn eveneens van cruciaal belang om de overdracht van het virus onder controle te houden. De Wereldgezondheidsorganisatie pleit al sinds het begin van de pandemie voor deze maatregelen.
In de beginfase van de pandemie hebben veel landen een lockdown ingesteld (dit zijn algemene, op de hele populatie gerichte maatregelen, waaronder de opdracht om thuis te blijven en thuis te werken) om op die manier een snelle verspreiding van het virus te vertragen. Dit was van essentieel belang om de mortaliteit terug te dringen(6),(7), te voorkomen dat de gezondheidszorg werd overspoeld en om tijd te winnen voor het opzetten en inrichten van aan de pandemie gerelateerde controlesystemen, om zo de verspreiding ná de lockdown te onderdrukken. Hoewel lockdowns verstorend hebben gewerkt, met aanzienlijke schade aan de geestelijke en lichamelijke gezondheid van de bevolking en aan de economie, zijn de gevolgen vaak heviger in landen die niet in staat zijn geweest om gedurende de lockdown-periode effectieve, op de pandemie gerichte, controlesystemen in werking te stellen. Door het gebrek aan adequate voorzieningen om de pandemie en de maatschappelijke gevolgen ervan te beheersen, krijgen deze landen te maken met aanhoudende beperkingen.
Dit heeft begrijpelijkerwijs geleid tot wijdverbreide demoralisatie en een afnemend vertrouwen. De komst van een tweede golf, en het besef van de uitdagingen die voor ons liggen, hebben geleid tot een hernieuwde belangstelling voor de zogeheten “groepsimmuniteit”. Hiermee wordt gesuggereerd dat het mogelijk is om het virus ongecontroleerd rond te laten gaan onder laagrisicogroepen, terwijl de kwetsbaren worden beschermd. Voorstanders suggereren dat dit in deze laagrisicogroepen zal leiden tot een algemene en door infectie verworven immuniteit, waardoor de kwetsbare groepen uiteindelijk ook beschermd zullen zijn. Dit is echter een gevaarlijke misvatting die niet door wetenschappelijk bewijs wordt ondersteund.
Iedere strategie die er op is gebaseerd om immuniteit tegen Covid-19 op natuurlijk verworven wijze te verkrijgen, is ondeugdelijk. Ongecontroleerde overdracht onder jongere mensen riskeert aanzienlijke morbiditeit(3) en mortaliteit binnen de gehele bevolking. Naast het persoonlijke leed dat dit veroorzaakt, heeft dit bovendien verstrekkende gevolgen voor de beroepsbevolking, alsmede voor het vermogen van de gezondheidszorg om acute en routinematige zorg te verlenen.
Verder is er geen bewijs voor een blijvende beschermende immuniteit tegen SARS-CoV-2 na natuurlijke infectie(4). De endemische transmissie, die zou ontstaan door afnemende immuniteit in deze groep mensen, zou voor onbepaalde tijd een risico vormen voor kwetsbare bevolkingsgroepen. Een dergelijke strategie zou de pandemie niet stoppen, maar leiden tot terugkerende epidemieën, zoals we vóór de komst van vaccinaties bij diverse andere infectieziekten hebben kunnen waarnemen. Het zou ook een onaanvaardbare last vormen voor de economie en medewerkers in de gezondheidszorg, van wie velen zijn overleden aan COVID-19 of een trauma hebben opgelopen als gevolg van het spoedeisende werk dat zij hebben gedaan. Bovendien begrijpen we ook nog steeds niet wie er langdurig ziek blijft van COVID-19, klachten die nu bekend staan als ‘long COVID’(3). Het is complex om te definiëren wie kwetsbaar is, maar zelfs als we alleen diegenen in ogenschouw nemen die het grootste risico lopen om ernstig ziek te worden van COVID-19, blijkt dat in sommige regio’s de kwetsbare groep maar liefst 30 procent van de bevolking uitmaakt(8). Langdurig isolement van grote delen van de bevolking is praktisch onmogelijk en zeer onethisch. Empirisch bewijs uit vele landen toont aan dat het niet haalbaar is om ongecontroleerde uitbraken te beperken tot bepaalde delen van de samenleving. Een dergelijke aanpak dreigt ook de sociaaleconomische ongelijkheden en structurele verschillen verder te vergroten, die door de pandemie reeds zichtbaar werden. Bescherming van de kwetsbaren is van essentieel belang, maar moet hand in hand gaan met een veelzijdige strategie op populatieniveau.
Opnieuw hebben we te maken met een snelle groei van COVID-19 gevallen in een groot deel van Europa, de Verenigde Staten en andere landen. Het is van cruciaal belang om resoluut en met spoed op te treden. Er zijn op grote schaal doeltreffende maatregelen nodig, gericht op het onderdrukken en beheersen van transmissie, ondersteund door financiële en sociale programma’s die niet alleen de gehele maatschappij motiveren maar ook de ongelijkheden helpen reduceren die door de pandemie zijn versterkt. Op korte termijn zullen zeer waarschijnlijk beperkingen nodig blijven om de overdracht van het virus te beperken, en om ineffectieve, op de pandemie gerichte, responssystemen te verbeteren, met als doel om toekomstige lockdowns te voorkomen. Het doel van deze beperkingen is om infecties met SARS-CoV-2 terug te dringen naar een zodanig laag niveau dat lokale uitbraken snel kunnen worden getraceerd en een snelle reactie mogelijk is door de inzet van efficiënte systemen voor tests, bron- en contactonderzoek, isolatie en ondersteuning, met als gevolg dat daarna het leven weer bijna als normaal kan verlopen, zonder de noodzaak van algemene beperkingen. De bescherming van onze economieën is onlosmakelijk verbonden met het onder controle houden van COVID-19. We moeten onze beroepsbevolking beschermen en onzekerheden op de langer termijn voorkomen.
Japan, Vietnam en Nieuw-Zeeland, om een paar landen te noemen, hebben laten zien dat met een robuuste volksgezondheidsaanpak de verspreiding van het virus dusdanig kan worden gecontroleerd dat in die landen het leven weer bijna als normaal kan verlopen. En er zijn veel van dit soort succesverhalen. Het bewijs is heel duidelijk: het beheersen van de verspreiding van COVID-19 door de gemeenschap is de beste manier om onze samenlevingen en economieën te beschermen, totdat veilige en effectieve vaccins en therapieën in de komende maanden beschikbaar komen.
We kunnen ons geen afleidingen veroorloven die een effectieve respons ondermijnen; het is essentieel dat we onmiddellijk op basis van bewijs gaan handelen.
Als je deze oproep steunt, onderteken dan het John Snow Memorandum
Bij nauw contact verspreidt SARS-CoV-2 zich via grotere druppels en aerosolen. Over grotere afstand verspreidt het zich via aerosolen, vooral in omstandigheden waar de ventilatie gebrekkig is. De hoge besmettelijkheid van dit virus(1), in combinatie met de gevoeligheid ervoor van populaties die er nog niet eerder aan zijn blootgesteld, vergemakkelijken een snelle verspreiding binnen de gemeenschap. De sterftekans (IFR) bij SARS-CoV-2 infectie is vele malen groter dan die van de seizoensgriep(2). Infectie kan bovendien leiden tot langdurige gezondheidsproblemen, ook bij jonge mensen, die voorheen gezond waren (ook wel ‘long COVID’(3) genoemd).
Het is onduidelijk hoe lang beschermende immuniteit na infectie aanhoudt(4) en net als bij andere seizoensgebonden coronavirussen blijkt SARS-CoV-2 in staat om mensen die de ziekte eerder hebben gehad opnieuw te besmetten, maar hoe vaak dit voorkomt is onbekend(5). De overdracht van het virus kan worden beperkt met behulp van maatregelen als afstand houden, het gebruik van mond-neusmaskers, hand- en hoesthygiëne, het vermijden van mensenmassa's en slecht geventileerde ruimten. Snel testen, gecombineerd met het traceren van contacten en isolatie, zijn eveneens van cruciaal belang om de overdracht van het virus onder controle te houden. De Wereldgezondheidsorganisatie pleit al sinds het begin van de pandemie voor deze maatregelen.
In de beginfase van de pandemie hebben veel landen een lockdown ingesteld (dit zijn algemene, op de hele populatie gerichte maatregelen, waaronder de opdracht om thuis te blijven en thuis te werken) om op die manier een snelle verspreiding van het virus te vertragen. Dit was van essentieel belang om de mortaliteit terug te dringen(6),(7), te voorkomen dat de gezondheidszorg werd overspoeld en om tijd te winnen voor het opzetten en inrichten van aan de pandemie gerelateerde controlesystemen, om zo de verspreiding ná de lockdown te onderdrukken. Hoewel lockdowns verstorend hebben gewerkt, met aanzienlijke schade aan de geestelijke en lichamelijke gezondheid van de bevolking en aan de economie, zijn de gevolgen vaak heviger in landen die niet in staat zijn geweest om gedurende de lockdown-periode effectieve, op de pandemie gerichte, controlesystemen in werking te stellen. Door het gebrek aan adequate voorzieningen om de pandemie en de maatschappelijke gevolgen ervan te beheersen, krijgen deze landen te maken met aanhoudende beperkingen.
Dit heeft begrijpelijkerwijs geleid tot wijdverbreide demoralisatie en een afnemend vertrouwen. De komst van een tweede golf, en het besef van de uitdagingen die voor ons liggen, hebben geleid tot een hernieuwde belangstelling voor de zogeheten “groepsimmuniteit”. Hiermee wordt gesuggereerd dat het mogelijk is om het virus ongecontroleerd rond te laten gaan onder laagrisicogroepen, terwijl de kwetsbaren worden beschermd. Voorstanders suggereren dat dit in deze laagrisicogroepen zal leiden tot een algemene en door infectie verworven immuniteit, waardoor de kwetsbare groepen uiteindelijk ook beschermd zullen zijn. Dit is echter een gevaarlijke misvatting die niet door wetenschappelijk bewijs wordt ondersteund.
Iedere strategie die er op is gebaseerd om immuniteit tegen Covid-19 op natuurlijk verworven wijze te verkrijgen, is ondeugdelijk. Ongecontroleerde overdracht onder jongere mensen riskeert aanzienlijke morbiditeit(3) en mortaliteit binnen de gehele bevolking. Naast het persoonlijke leed dat dit veroorzaakt, heeft dit bovendien verstrekkende gevolgen voor de beroepsbevolking, alsmede voor het vermogen van de gezondheidszorg om acute en routinematige zorg te verlenen.
Verder is er geen bewijs voor een blijvende beschermende immuniteit tegen SARS-CoV-2 na natuurlijke infectie(4). De endemische transmissie, die zou ontstaan door afnemende immuniteit in deze groep mensen, zou voor onbepaalde tijd een risico vormen voor kwetsbare bevolkingsgroepen. Een dergelijke strategie zou de pandemie niet stoppen, maar leiden tot terugkerende epidemieën, zoals we vóór de komst van vaccinaties bij diverse andere infectieziekten hebben kunnen waarnemen. Het zou ook een onaanvaardbare last vormen voor de economie en medewerkers in de gezondheidszorg, van wie velen zijn overleden aan COVID-19 of een trauma hebben opgelopen als gevolg van het spoedeisende werk dat zij hebben gedaan. Bovendien begrijpen we ook nog steeds niet wie er langdurig ziek blijft van COVID-19, klachten die nu bekend staan als ‘long COVID’(3). Het is complex om te definiëren wie kwetsbaar is, maar zelfs als we alleen diegenen in ogenschouw nemen die het grootste risico lopen om ernstig ziek te worden van COVID-19, blijkt dat in sommige regio’s de kwetsbare groep maar liefst 30 procent van de bevolking uitmaakt(8). Langdurig isolement van grote delen van de bevolking is praktisch onmogelijk en zeer onethisch. Empirisch bewijs uit vele landen toont aan dat het niet haalbaar is om ongecontroleerde uitbraken te beperken tot bepaalde delen van de samenleving. Een dergelijke aanpak dreigt ook de sociaaleconomische ongelijkheden en structurele verschillen verder te vergroten, die door de pandemie reeds zichtbaar werden. Bescherming van de kwetsbaren is van essentieel belang, maar moet hand in hand gaan met een veelzijdige strategie op populatieniveau.
Opnieuw hebben we te maken met een snelle groei van COVID-19 gevallen in een groot deel van Europa, de Verenigde Staten en andere landen. Het is van cruciaal belang om resoluut en met spoed op te treden. Er zijn op grote schaal doeltreffende maatregelen nodig, gericht op het onderdrukken en beheersen van transmissie, ondersteund door financiële en sociale programma’s die niet alleen de gehele maatschappij motiveren maar ook de ongelijkheden helpen reduceren die door de pandemie zijn versterkt. Op korte termijn zullen zeer waarschijnlijk beperkingen nodig blijven om de overdracht van het virus te beperken, en om ineffectieve, op de pandemie gerichte, responssystemen te verbeteren, met als doel om toekomstige lockdowns te voorkomen. Het doel van deze beperkingen is om infecties met SARS-CoV-2 terug te dringen naar een zodanig laag niveau dat lokale uitbraken snel kunnen worden getraceerd en een snelle reactie mogelijk is door de inzet van efficiënte systemen voor tests, bron- en contactonderzoek, isolatie en ondersteuning, met als gevolg dat daarna het leven weer bijna als normaal kan verlopen, zonder de noodzaak van algemene beperkingen. De bescherming van onze economieën is onlosmakelijk verbonden met het onder controle houden van COVID-19. We moeten onze beroepsbevolking beschermen en onzekerheden op de langer termijn voorkomen.
Japan, Vietnam en Nieuw-Zeeland, om een paar landen te noemen, hebben laten zien dat met een robuuste volksgezondheidsaanpak de verspreiding van het virus dusdanig kan worden gecontroleerd dat in die landen het leven weer bijna als normaal kan verlopen. En er zijn veel van dit soort succesverhalen. Het bewijs is heel duidelijk: het beheersen van de verspreiding van COVID-19 door de gemeenschap is de beste manier om onze samenlevingen en economieën te beschermen, totdat veilige en effectieve vaccins en therapieën in de komende maanden beschikbaar komen.
We kunnen ons geen afleidingen veroorloven die een effectieve respons ondermijnen; het is essentieel dat we onmiddellijk op basis van bewijs gaan handelen.
Als je deze oproep steunt, onderteken dan het John Snow Memorandum
Referenties
1. Hao X, Cheng S, Wu D, Wu T, Lin X, Wang C. Reconstruction of the full transmission dynamics of COVID-19 in Wuhan. Nature 2020; 584: 420–24.
2. Verity R, Okell LC, Dorigatti I, et al. Estimates of the severity of coronavirus disease 2019: a model-based analysis. Lancet Infect Dis 2020; 20: 669–77.
3. Nature. Long COVID: let patients help define long-lasting COVID symptoms. Nature 2020; 586: 170.
4. Chen Y, Tong X, Li Y, et al. A comprehensive, longitudinal analysis of humoral responses specific to four recombinant antigens of SARS-CoV-2 in severe and non-severe COVID-19 patients. PLoS Pathog 2020; 16: e1008796.
5. Parry J. COVID-19: Hong Kong scientists report first confirmed case of reinfection. BMJ 2020; 370: m3340.
6. Flaxman S, Mishra S, Gandy A, et al. Estimating the effects of non-pharmaceutical interventions on COVID-19 in Europe. Nature 2020; 584: 257–61.
7. Dehning J, Zierenberg J, Spitzner FP, et al. Inferring change points in the spread of COVID-19 reveals the effectiveness of interventions. Science 2020; 369: eabb9789.
8. Clark A, Jit M, Warren-Gash C, et al. Global, regional, and national estimates of the population at increased risk of severe COVID-19 due to underlying health conditions in 2020: a modelling study. Lancet Glob Health 2020; 8: e1003–17.
1. Hao X, Cheng S, Wu D, Wu T, Lin X, Wang C. Reconstruction of the full transmission dynamics of COVID-19 in Wuhan. Nature 2020; 584: 420–24.
2. Verity R, Okell LC, Dorigatti I, et al. Estimates of the severity of coronavirus disease 2019: a model-based analysis. Lancet Infect Dis 2020; 20: 669–77.
3. Nature. Long COVID: let patients help define long-lasting COVID symptoms. Nature 2020; 586: 170.
4. Chen Y, Tong X, Li Y, et al. A comprehensive, longitudinal analysis of humoral responses specific to four recombinant antigens of SARS-CoV-2 in severe and non-severe COVID-19 patients. PLoS Pathog 2020; 16: e1008796.
5. Parry J. COVID-19: Hong Kong scientists report first confirmed case of reinfection. BMJ 2020; 370: m3340.
6. Flaxman S, Mishra S, Gandy A, et al. Estimating the effects of non-pharmaceutical interventions on COVID-19 in Europe. Nature 2020; 584: 257–61.
7. Dehning J, Zierenberg J, Spitzner FP, et al. Inferring change points in the spread of COVID-19 reveals the effectiveness of interventions. Science 2020; 369: eabb9789.
8. Clark A, Jit M, Warren-Gash C, et al. Global, regional, and national estimates of the population at increased risk of severe COVID-19 due to underlying health conditions in 2020: a modelling study. Lancet Glob Health 2020; 8: e1003–17.